RBARC-1b
Malon Houben
Niki Geraerts
Jeffrey Smits
Rik Bollen
Essay
In de 15e en
16e een ontstond een verandering in het leven van de mens. Een nieuwe periode
brak aan geïnspireerd op de klassieke oudheid, de renaissance, wat letterlijk
de vertaling is van wedergeboorte. In deze periode hadden de architecten als
doel plattegronden zo met gevels te combineren dat er een perfect gebouw
ontstaat. De belangrijkste punten in de Renaissance waren harmonie en
verhoudingen. Het was Palladio die erin slaagde deze punten goed toe te passen,
hij creëerde “kloppende” gebouwen.
De architectuur
van de renaissance begint bij Vitruvius. Hij geloofde er sterk in dat het
menselijk lichaam de perfecte harmonie, verhoudingen en schoonheid
symboliseerde. Hij wil duidelijk maken dat men bij het realiseren van gebouwen,
het menselijk lichaam als voorbeeld moet nemen. Als je begrijpt hoe de
menselijke ledematen zich tot elkaar en tot het gehele lichaam verhouden, kun
je dit toepassen in de bouw. Hier komt dan ook de gulden snede vandaan. Als men
de gulden snede toepast op gebouwen, resulteert dat in harmonieuze en
“kloppende” gebouwen.
Tijdens de
Renaissance werd de mens gezien als een gelijkenis van god. Hierdoor werd het
menselijk lichaam geïnterpreteerd als de belichaming van het universum. Nu kon
men dus beweren dat de gebouwen, die het menselijk lichaam representeerde, ook
een kosmisch belang hadden.
Het gevolg
voor de villa-architectuur was de bewustwording van de relatie tussen villa en
landschap, oftewel mens en natuur. De tuin moest worden ontworpen met als doel:
een natuurlijk landschap creëren rondom de villa, en om de harmonie uit de
chaos van de natuur af te leiden. Hierdoor ontstond een spel tussen de
representatie van de natuur, en het structureren hiervan.
De
architectuur van Palladio is een architectuur gebaseerd op de klassieke oudheid
gemengd met zijn eigen architectuur. Hij heeft gekeken naar reeds ontworpen
gebouwen, neem bijvoorbeeld het Colosseum, Pantheon en Romeinse tempels. Deze
heeft hij geheel aangepast naar een eigen gebouw in een nieuwe tijd.
Hij ontwierp
een heel aantal villa’s met elke keer dezelfde concepten die terug te vinden
zijn. Zo paste hij in al zijn ontwerpen symmetrie toe. Niet alleen in de
plattegronden maar ook in de gevels is deze symmetrie terug te vinden. Naast
symmetrie paste Palladio ook verhoudingen toe in zijn ontwerpen. Hij volgde een
vast aantal regels waardoor er verhoudingen ontstonden in de gevel en
plattegrond, hierdoor ontstonden de kloppende gebouwen. Ook de zichtlijnen spelen een belangrijke rol
in zijn ontwerpen, in elke villa zijn één of meerdere zichtlijnen te vinden. De
villa’s hadden uitzicht op het omliggende landschap. Palladio zorgde niet
alleen voor een goeduitzicht, ook zorgde hij voor de relatie van de villa in
het landschap.
Palladio
heeft ook nog invloed gehad op latere architectuur, zo is er het Palladianisme
ontstaan in de 17e en 18e eeuw, een bouwstijl met veel kenmerken van Palladio.
“Natuurlijk zullen afwisselingen en nieuwe
vondsten een plezier doen, maar zijn mogen nooit strijdig zijn met de regels
van de kunst en tegen het gebod van de rede ingaan. Daarom zien we dat de Ouden
weliswaar in hun gebouwen veel variatie aanbrachten maar nooit afweken van de
algemeengeldigee en noodzakelijke regels van de kunst...” -Palladio
Hiermee wil
Palladio aangeven dat bij zijn villa’s geen afwijkingen voorkomen ten opzichte
van zijn eigen architectonische regels.
Regels > Vorm > Constructie.
De
architectuur die hieraan volgde toonde steeds meer tekens van kleine
aanpassingen aan deze “perfecte” verhoudingen. Langzaam aan begon men de
verhoudingen niet als wetten, maar als richtlijnen te zien. Door optische
illusie, konden gebouwen uit verhouding lijken terwijl ze gebaseerd waren op
verhoudingen als de gulden snede. Om deze gebouwen toch in verhouding te laten
uitzien werd er uitgeweken van de perfecte verhoudingen. Een goed voorbeeld
hiervan is het Tempietto van Bramante. Dit gebouwtje lijkt in verhouding net
als de villa’s van Palladio, echter na het analyseren hiervan blijkt het gebouw
net uit verhouding te zijn. Dit heeft te maken met de horizontale schijf die in
het midden van het gebouw zit. Hierdoor lijkt het gebouw lager te zijn dan het
in werkelijkheid is. Om dit te compenseren is het gebouw iets hoger gemaakt dan
twee keer de breedte, zodat het geheel in verhouding lijkt.
Als we nog
verder gaan over de tijdlijn zien we dat de functionaliteit steeds belangrijker
werd. De regel van Palladio; “Regels > Vorm > Constructie” was niet meer
heilig.
Conclusie
De
renaissance begon dus heel strikt en gericht naar god. De mens zou het
evenbeeld zijn van god en door de architectuur te verhouden naar de
verhoudingen van de mens, kreeg de architectuur een goddelijke waarde. Deze
goddelijkheid werd steeds soepeler benadert. De verhoudingen werden vervormd om
te voldoen aan de wensen van de architect. De functionaliteit werd ook steeds
belangrijker waardoor de strikte regels kwamen te vervallen en de architectuur
meer ging om de wensen van de gebruiker en de architect.